Terug naar: Borduur je Happy in 30 dagen

Dag 12 ā Het gebruik van meerdere materialen
Welkom op dag 12,

Borduren hoeft niet beperkt te blijven tot draad op stof. Je journal is een plek om te experimenteren. Door papier, lint, stoffen en andere materialen toe te voegen, geef je lagen aan je verhaal. Elk materiaal draagt zijn eigen gevoel, geschiedenis en betekenis. Deze les nodigt je uit om vrij te spelen en te ontdekken wat er mogelijk is.
Benodigdheden
- Je borduur journal (bijv. stofpaginaās of een lapjesboek)
- Naald en garen
- Stofrestjes
- Verschillende soorten lint (zijde, satijn, kant, jute…)
- Papier (oud boekpapier, theezakjes, notities, tickets, handgeschept papier)
- Textiellijm of kleine steekjes om vast te zetten
- Oude knopen, kralen, labels, stukjes kant
- (Eventueel) een schaar, lijmstift, stempels, potlood, fineliner
Materialenmix in je borduur journal: textuur, symboliek & techniek
Je borduur journal is mƩƩr dan een verzameling steken ā het is een plek waar textielkunst, collage en persoonlijke verhalen samenkomen. Door te werken met diverse materialen voeg je lagen toe aan je werk: in kleur, in textuur Ć©n in betekenis.
1. Papier
Voorbeelden: boekpaginaās, handgeschept papier, theezakjes, notities, fotoās, tickets
Symboliek: vergankelijkheid, herinnering, kwetsbaarheid
Verwerken in je journal:
- Prik het papier eerst voorzichtig door met een prikpen of dikke naald om scheuren te voorkomen
- Bevestig met rijgsteek, festonsteek of kleine kruisjes
- Kan ook deels geplakt worden met textiellijm
- Combineer met borduursteken voor een speels effect: bijvoorbeeld een woord op papier, omlijst met steken
2. Lint en band
Voorbeelden: satijnlint, zijde, fluweel, jute lint, kantband
Symboliek: verbinding, zachtheid, vrouwelijkheid, vloeiing
Verwerken in je journal:
- Gebruik een brede naald met een stompe punt (tapestry needle)
- Trek het lint zachtjes door de stof om scheuren of rafelen te voorkomen
- Je kunt lint verwerken met speciale steken zoals de lintroos of geweven spinsteek
- Los vastzetten met enkele steekjes als decoratief element
3. Stofrestjes
Voorbeelden: lapjes van kleding, tule, denim, flanel, voile
Symboliek: verleden, geborgenheid, ruwe of zachte herinneringen
Verwerken in je journal:
- Knip of scheur de randjes voor een organisch effect
- Zet ze vast met festonsteek, rijgsteek of appliquƩ-techniek
- Je kunt er patronen op borduren of tekst overheen zetten
Extra tip: Stof van persoonlijke betekenis (bijv. een oud kledingstuk) maakt je werk nog intiemer.
4. Kleine objecten
Voorbeelden: knopen, kralen, veiligheidsspeldjes, muntjes, stoflabels
Symboliek: ankers, herinneringen, accenten
Verwerken in je journal:
- Knoopjes kun je vastzetten met gewone naaisteken (of decoratief met een Franse knoop)
- Kralen borduur je mee in steken zoals de steelsteek of festonsteek
- Objecten kun je soms vaststikken of inkapselen tussen lagen stof
Let op: zware of scherpe objecten kun je beter op stevige ondergrond (zoals vilt of canvas) verwerken
5. Garens & draden met karakter
Voorbeelden: wol, metallic garen, linnen draad, touw
Symboliek: ruwheid, glans, intensiteit
Verwerken in je journal:
- Gebruik aangepaste naalden (soms groter) afhankelijk van dikte
- Speel met contrast: dunne stof + dikke draad = interessant reliƫf
- Deze draden zijn niet voor precisie, maar voor expressie
Samenvattende tabel
Materiaal | Wat brengt het? | Hoe verwerken? |
---|---|---|
Papier | Herinnering, breekbaarheid | Prikken, rijgsteek, lijm |
Lint/kant | Zacht, sierlijk, vrouwelijk | Brede naald, steekjes, losjes |
Stofrestjes | Vertrouwdheid, textuur | Festonsteek, appliquƩ, layering |
Knoop/kraal | Accenten, symbolen, gewicht | Stevig vastzetten, decoratie |
Dikke draad | Karakter, ritme, contrast | Grotere steken, structuur |
Borduuroefening
Stap 1: Kies 3ā5 materialen die je aanspreken. Denk niet te lang na ā volg je gevoel. Dit kunnen lintjes zijn, een stukje stof van een oud kledingstuk, een papiertje dat je hebt bewaard, enz.
Stap 2: Leg ze uit op je pagina. Hoe reageren ze op elkaar? Kun je ze over elkaar heen leggen? Verweven met steken?
Stap 3: Gebruik borduursteken om de materialen te verbinden. Bijvoorbeeld:
- Rijgsteek om papier vast te zetten
- Franse knoopjes op een lint
- Festonsteek om een lapje stof op de pagina te ābeveiligenā
Stap 4: Borduur of schrijf ƩƩn woord of korte zin die past bij deze compositie. Wat roept het bij je op?
Reflectie
- Welke materialen roepen bij jou een bepaalde emotie of herinnering op?
- Hoe verandert je gevoel bij je borduurpagina wanneer er textuur en gelaagdheid ontstaat?
- Wat vond je lastig bij het combineren van materialen ā technisch of creatief?
- Welke combinatie verraste je positief?
Vragen of opmerkingen
Mocht je vragen, opmerkingen hebben of begeleiding nodig hebben kun je het onderstaande contactformulier invullen. Ik probeer altijd zo spoedig mogelijk te antwoorden.